Foto: Eindhovens Dagblad, ©Dave Hendriks/DCI Media
Deze week stonden we met de Salon: waan of werkelijkheid? in Helmond. Onze gastcurator Dirk den Hollander had verschillende gasten uitgenodigd om het te hebben over afwijkend gedrag en hoe dit zich verhoudt tot de zorg en veiligheid. Waarom is bijna iedereen toch altijd bang voor mensen die zich anders gedragen, vroeg Dirk zich af. Want afwijkend gedrag is maar een perceptie. Wat wij hier afwijkend vinden, vinden ze aan de andere kant van de wereld doodnormaal.
Het werd een bijzondere avond waarin we het hadden over de vele vormen van afwijkend gedrag: van alcoholisme tot het naakt liggen onder een bankje. Maar hoe ga je hiermee om? Volgens Wim begint het bij toenadering, erkennen dat je iemand zijn waarde terug kunt geven. Die naakte vrouw op het station verdient een jasje om zich heen. Maar volgens Sander Schaepman is het ook een veiligheidsvraagstuk. Want uiteindelijk wordt de politie erbij gehaald. En dan? Een hand uitsteken is een begin, maar is niet altijd voldoende.
'Hoe kunnen we elkaar benaderen als we er als eilandjes bijzitten?'
Terwijl we dit bespreken denk ik aan de anderhalve meters die tussen ons allemaal in zit. Hoe kunnen we elkaar benaderen als we er als eilandjes bijzitten? ‘Nobody is an island’
Corona helpt niet mee. Gelukkig weet John Kemna, alias ZoneX, dwars door elke barrière heen te geraken. Hij stoot zijn woorden over ons uit. Zijn aanwezigheid doet werkelijk iets met de ruimte, oog in oog met Peter Vandemeulebroecke, alias Keefman, komen realiteit en fictie erg dichtbij.
Maar waar Keefman de realiteit benadert, brengt Shirley Ouwinga hem daadwerkelijk dichtbij. Tijdens het gesprek zie ik haar slikken. Hoe moeilijk het ook voor haar is, ik voel dat haar kwetsbaarheid inspireert. Kwetsbaarheid nodigt mij uit om toenadering te zoeken. Op anderhalve meter, dóór die anderhalve meter.
'Tot waar moet ik je laten en waar moet ik je opvangen om je niet te hard de laten vallen?'
Tom Heywegen raakt een gevoelige snaar op de avond. Laat me. We zingen allemaal mee. Laat me. Laat me. Maar tot waar moet ik je laten en waar moet ik je opvangen om je niet te hard de laten vallen?
Als kind heb ik een enorme vrije opvoeding genoten. Zoek het zelf maar uit was het adagium. Dat heeft mij tot een zelfstandig mens gemaakt, maar ik herinner mij ook de verlangens naar een arm om me heen, die ik nooit durfde te vragen. De kwetsbaarheid die Shirley deze avond te berde bracht hebben we nodig. Wellicht geven we ruimte aan die kwetsbaarheid door te laten. Waar de politie de taak heeft om veiligheid te waarborgen hebben wij, als medemens, de taak de ander zichzelf te laten zijn. Maar niet omdraaien. Laten we luisteren. Dan geven we elkaar waardigheid. Niet loslaten maar laten en omarmen.
Laten we elkaar laten en toch omarmen!