Altijd ervaar ik de eerste weken van januari als een bijzondere periode. Nieuwjaarborrels. Geluk wensen, of mag dat al niet meer? Onhandige zoen-momenten of toch een hand. Voornemens delen die ik vorig jaar ook al hard had geroepen. Het vertellen van verhalen over kersttafels waar uitersten samen komen, familieleed naast warm geluk. Alles lijkt anders te zijn, overal springt 2020 je in het gezicht maar toch is er niks veranderd. Het leven gaat al weer snel zijn gang, gelijk aan waar je hem hebt achtergelaten voor de kerstvakantie.
Deze week dronken Kim en ik een koffie met Jeroen (Jeroen Kloet, psychiater, gastcurator van de Salon in Tilburg afgelopen oktober). Een mooi mens die we hebben ontmoet en waarmee we wilden proosten op het nieuwe jaar. Al pratend kwamen we onvermijdelijk weer uit op de psyche van de mens.
Nieuwjaarborrels. Geluk wensen, of mag dat al niet meer? Onhandige zoen-momenten of toch een hand?
We zijn kwetsbare wezens, sprak Jeroen, gelijk aan een boom. De stam als kern van ons zijn, een lijf dat probeert te overleven. Takken verbeelden onze persoonlijkheid, al die unieke uitkomsten van de mens. De takken die ook guur in de wind waaien en kunnen afbreken.
Volgens Jeroen trekt een kwetsbaar mens in zware perioden al zijn bladeren en takken terug. Hij komt dan terug tot zijn kern. ‘Eigenlijk zijn mensen dan helemaal niet zo verschillend’, zegt hij twijfelend alsof hij het ook jammer vindt dat het zo zou kunnen zijn. ‘In de kern komen wij meer overeen dan we denken. Uiteindelijk belandt bijna iedereen, in diepe crisis, in foetus houding’.
In die crisis is maar één ding van belang voor die stam: overleven. ‘Maar wat kan ik doen, als ik droog aan wal sta?’, vraag ik hem. ‘Contact maken’, met priemende ogen spreekt Jeroen deze woorden met zorgzame precisie uit. Alsof hij een zeldzame vlinder uit zijn hand vrij laat.
Werkelijk contact maken. Kan ik dat? Durf ik dat? Heb ik daar de tijd voor?
Contact maken. We denken het elke dag te doen. We schudden onze handen. Spreken onze verlangens uit. Vragen de ander naar zijn leven. We kijken elkaar in de ogen. Maar werkelijk contact maken is ook andermans pijn willen dragen. Al is het maar de trap af zodat de ander zijn boodschappen kan doen. Kan ik dat? Durf ik dat? Heb ik daar de tijd voor? Terwijl ik Jeroen in de ogen kijk stel ik mijzelf die vragen.
Na het veel te haastig afronden van dit bijzondere gesprek en met de schaamte over dit snelle afscheid in mijn achterzak, stap ik de trein in naar mijn volgende afspraak. Werkelijk contact maken. Kan ik dat? Durf ik dat? Heb ik daar de tijd voor? Dit zijn de vragen waarmee ik het nieuwe jaar in stap. Geen voornemens die na een maand vergeten zijn. Vragen, om over te mijmeren, om kritisch over te zijn, om anderen te stellen, om nooit antwoord op te krijgen maar wel mee bezig te zijn.
Gelukkig nieuwjaar.