De Staat van Babylon op tour langs zes steden
In aanloop naar de Europese verkiezingen gingen we in mei en juni 2024 op tour met de voorstelling De Staat van Babylon. De Staat van Babylon is het sluitstuk van het project ‘Anders denken’ en zoomde in op ‘Afgehaakt Nederland’. In de voorstelling zien we een burger die een kippenhok heeft gebouwd en verneemt dat hij daar een vergunning voor moet aanvragen. Hij loopt vast in het systeem. De inwoner komt terecht in een Kafkaiaanse wereld waarin hij de regie en controle totaal kwijt raakt.
Een artikel van (vlnr): Suzanne van Hees, Kwartiermaker randprogramma, Roos Sohier, Kwartiermaker randprogramma en Kim Zonneveld, Stadsdramaturg Stormkamer. Ook op de foto (rechts): Dalila Sayd, medepresentator randprogramma .
Randprogramma
Om de impact te vergroten, maakten we een randprogramma rondom dit sluitstuk. In elke stad gingen we in gesprek met bewoners, ambtenaren, raadsleden en verbinders. In een aantal steden werkten we samen met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
Thema’s vertrouwen en afhalen actueler dan ooit
Elke gemeente is anders en in iedere stad spelen andere zaken. Ondanks de verschillen bleken we in alle steden een snaar te raken: de thema’s vertrouwen en afhaken zijn actueler dan ooit. In onze contacten met de griffie, de raad, met afdelingen in de gemeente zoals cultuur, wijkmanagement en burgerparticipatie bleek het onderwerp hoog op de agenda te staan. In elke stad is het credo vanuit de gemeente: ‘het stadhuis uit’ en ‘het echte contact met de inwoners zoeken’. En dan niet volgens de geijkte participatiebijeenkomsten, maar échte participatie. En niet alleen met mensen die sowieso al komen, maar juist op zoek naar zij die niet vanzelf op een informatieavond zijn. Maar hoe doe je dat? Wat kom je dan tegen? Hoe komt het eigenlijk dat dat niet vanzelfsprekend is? En vanuit de burger is er een stevig vooroordeel over ‘de ambtenaar’ en bestaat er in meer of mindere mate een afhankelijke positie, wat ook tot macht en onmacht leidt. In elke stad zoomden we in op de relatie; die van burger en overheid. Of specifieker: gemeente en inwoner.
"Wellicht moeten wij als gemeente beter uitleggen waarom we bepaalde keuzes maken en wat we daarmee willen bereiken.”
Openhartige gesprekken
Stuk voor stuk leverde het mooie gesprekken op. In Theater Kikker in Utrecht was geen voorgesprek, maar na de voorstelling ontstonden er wel mooie gesprekken en zijn bezoekers geïnterviewd over hun bevindingen.
In Arnhem bij het Posttheater werd het gesprek ingeleid door Josse de Voogd, één van de auteurs van de Atlas van Afgehaakt Nederland waarmee we het randprogramma ontwikkelden. Hij kon het onderwerp van afhaken en aanhaken niet alleen goed duiden, maar kon het ook verbinden aan zijn eigen leven.
In Theater aan de Parade in ‘s-Hertogenbosch was een ambtenaar geraakt door de kilte en de wanhoop die de burger in het stuk tegenkomt. Zij hoopte dat ze mensen die bij haar ‘loket’ aankloppen zich geholpen en gezien voelen. Al ontkomt ook zij er niet aan mensen door te moeten sturen naar een andere afdeling. Een andere medewerker van de gemeente gaf aan dat er nu eenmaal regels en afspraken zijn waar we ons aan dienen te houden. “We kunnen niet zonder een systeem.” Waarop een inwoner reageerde: “Die afspraken staan misschien in het gemeentehuis ergens op papier, maar die zijn niet met mij gemaakt.”
“Die afspraken staan misschien in het gemeentehuis ergens op papier, maar die zijn niet met mij gemaakt.”
In Heerlen werden we stil van een vrouw die vertelt dat ze jong moeder werd. Ze klopte aan voor hulp, maar emigreerde uiteindelijk naar een plek waar zij minder veroordeling voelde. Bij de gemeenteambtenaren is de wil om te veranderen groot, maar daar is ook onmacht omdat het systeem soms weerbarstig is.
Bij Podium Bloos in Breda deden de aanwezige inwoners een duidelijk appèl op de instituties en de gemeente: wees menselijk(er), zie mij en luister naar mij. De ambtenaren erkenden dat regels en beleid soms heel beperkend en rechtlijnig worden gehanteerd. ‘Maar er werkt niemand bij de Gemeente om het voor burgers te verkloten’, aldus een ambtenaar. De burgemeester voegde daaraan toe: “De gemeente treedt vaak op als scheidsrechter omdat er vrijwel altijd meer belangen spelen. Want wie is de buurman van de burger met kippenhok die overlast ervaart? Wellicht moeten wij als gemeente beter uitleggen waarom we bepaalde keuzes maken en wat we daarmee willen bereiken.”
In Zaandam leek het nagesprek te leiden naar een oplossing, wellicht omdat het de laatste was. Een ambtenaar zei: “Maar wat als we nu samen in het probleem blijven, stotteren, fouten maken en dat erkennen. Wellicht komt er dan iets in beweging, een meer gezamenlijke beweging. Want ik kan in mijn eentje niets.”
Besef
We komen na deze reeks tot het besef dat de relatie tussen overheid en burger, gemeente en inwoner, er niet eentje is die je ‘uit’ kan maken. Het is een relatie waarin de één niet zonder de ander kan bestaan. En bij die onvermijdelijke relatie hoort schuring, irritatie, woede, zorg dragen, luisteren… en wat je allemaal wel niet kan ervaren in een relatie.